Een gegeven informatie kan neutraal en objectief zijn, zoals de informatie die we vinden in een encyclopedie. Maar heel wat informatie is dit niet. De informant kan bepaalde belangen behartigen en daardoor iets meedelen dat maar half waar of helemaal vals is. Hij weet dat de teneur van een bepaalde informatie verstrekkende gevolgen kan hebben. Een persoon of een instantie kan in een ongunstig daglicht gesteld worden, met als gevolg dat wij, verkeerd geïnformeerd zijnde, ons negatiever opstellen dan wanneer wij de objectieve, onpartijdig vastgestelde toedracht zouden kennen. Een informant kan door het manipuleren van de informatie onze opinies en appreciaties in een bepaalde richting sturen. Het is dus oppassen geblazen.
Wij worden gebrainwasht zonder dat wij het merken. De hersenspoeling die wij ondergaan gebeurt reukloos en geruisloos. Vooraleer wij het beseffen zijn wij gevangen door een massaal proces van acculturatie. De cultuur die wij inademen vervult ons met de informatie die juist de heersende cultuur in stand houdt. De informatie die circuleert op de werkvloer, in de media, in de families, is één grote advertentie voor de gangbare waarden van gezondheid, schoonheid, welstand. Wil de cultuur zich kunnen vernieuwen dan moet ze zich kunnen voeden met de informatie die vernieuwing mogelijk maakt.
Een alerte geest slikt niet zomaar om het even welke informatie. Hij vraagt zich vooreerst af of de verkregen informatie iemands specifieke belangen dient, en of die belangen moreel te verdedigen zijn. Heeft de boodschap een bedoeling die verder gaat dan de neutrale informatie? Wil zij onze geest en onze denkwereld beïnvloeden? Wil zij waarschuwen, bemoedigen of ontmoedigen, overdrijven of verdoezelen? Is de informatieve vorm de dekmantel van een verholen of van een onderduimse propaganda? Is de informatie die achter iemands rug wordt doorgegeven niet eerder een achterbaks geroddel?
Een alerte geest vraagt zich af waarom een informatie wél aan deze tante en niet aan gene oom wordt doorgegeven? Waarom wordt er informatie achtergehouden? Uit eigenbaat, of uit angst om te kwetsen? Uit plagerij, of uit angst, of door onzorgvuldigheid? Uit geheimdoenerij, of door een gemis aan respect voor andermans behoefte aan waarheid?
Eerder dan door een tekort aan informatie lijden wij onder een teveel aan informatie. Tegen de informatie moeten wij leren ons in te dammen. Het opdringerige huisbeest, genaamd ‘Teevee’, moet op tijd en stond gemuilkorfd worden of het verslindt al onze mooie tijd die wij vruchtbaarder zouden kunnen gebruiken. Het maffe huisbeest moet via een gedegen dressuur betere manieren krijgen. En enkel de informatie spuien die wij selecteren. Wij zullen doof en ontoegankelijk zijn voor al het verdere rumoer, en blind voor datgene wat ons toch niet écht interesseert. Wie zich weet te begrenzen toont zich meester in levenskunst.
Zelfs het zogezegd objectief weergegeven wereldnieuws is gekleurd, zo niet vervormd, door de internationale nieuwsagentschappen, die meestal een erg westerse bril dragen. We hoeven niemand te herinneren aan de klaarblijkelijke desinformatie over de Golfoorlog. Ons mens- en maatschappijbeeld over Afrika zou in een heel ander daglicht komen staan wanneer wij werden geïnformeerd via de Afrikaanse persagentschappen. Een kritische, alerte geest zou liefst van al de verschillende versies naast elkaar leggen om zich een zo objectief mogelijk beeld te vormen over bepaalde controversiële berichtgevingen.
Is zo’n lichtelijk wantrouwige ingesteldheid niet onwetenschappelijk, en al even subjectief als de van subjectiviteit verdachte informatiebron? Wij willen onderzoeken wat waar is en wat vals is. Niet het aanklagen van wat vals is staat voorop, maar het uitzoeken van wat waar is. Het wantrouwen legt bloot wat wel degelijk te vertrouwen is. Hierin verschilt het kritisch onderzoek niet van wetenschappelijk onderzoek. Elke wetenschapper probeert de opgedane kennis te weerleggen. Als zij niet te weerleggen is verwerft ze waarheidsgehalte. Het is dus door een wantrouwende blik dat achterhaald wordt wat te vertrouwen is. Mag een informatie niet met een gezond wantrouwen bejegend worden, dan kan ze ook niet écht geloofd worden.
De historische wetenschap wijst ons de weg. Een historicus vraagt zich af of hij zijn informatie verkrijgt uit eerste hand, of uit tweede hand, of uit derde hand. Is de informatie samenhangend? Is ze gekleurd door emoties van de informant? Wordt de informatie door meerdere bronnen op eendere wijze doorgegeven? Kan ze aan een controle onderworpen worden? Hoe dichter bij de bron, des te minder vertekening zal ze hebben ondergaan.
Informatie over feiten en historische verbanden kunnen nog relatief makkelijk aan een objectief onderzoek onderworpen worden. Het is heel wat moeilijker om de betrouwbaarheid te achterhalen van de informatie over het verloop van relaties, van belevenissen, van conflicten, van standpunten. De meeste verhalen van mensen zijn van deze aard. Men kan ze horen op de trein, in de wachtkamers, aan de kassa’s van warenhuizen. “Heb je gehoord dat X geopereerd en mismeesterd is? Weet je al dat Y aan ‘t scheiden is? Toch erg dat onze vriend Z verslaafd raakt aan internet.” De doorvertelde informaties over persoonlijke geschiedenissen zijn meestal erg subjectief vertekend. Iedere informant voegt er onbewust een eigen appreciatie aan toe.
Ieder bekijkt de wereld subjectief. Vindt men de wereld aantrekkelijk, dan zal men over die wereld informatie verspreiden die de aantrekkelijkheid ervan bevestigt. Beleeft men de wereld als onaantrekkelijk, dan zal de informatie de duistere kanten ervan weergeven. Informatie is kennis van subjectief waargenomen feiten. Door ze mee te delen verhoopt men dat de ontvangers haar aannemen, waardoor ze bekrachtigd wordt. Zo kunnen totaal uit de lucht gegrepen verhalen de ronde blijven doen omdat ze spannend zijn, omdat ze scandaleus zijn of scabreus. Men zoekt hierbij niet naar informatie die in eerste instantie waar moet zijn, maar naar informatie die prikkelt, die de verbeelding gaande houdt, die verwondering of afschuw wekt. Men zoekt informatie die emotioneert.
Of men zoekt informatie waaraan men een esthetisch genoegen ontleent, informatie die ons binnenleidt in de wereld van kunst en geestelijk genot. Of men zoekt informatie die stof biedt aan iemands maatschappelijk verzet. Of men zoekt informatie die onze zelfkennis vergroot. Of men zoekt informatie die zou kunnen helpen om tussenmenselijke kwesties te leren begrijpen.
Kortom, informatie vervult vele functies en is niet altijd zuiver informatief. Redenen ten over dus om elke informatie te bejegenen vanuit een gezonde achterdocht. Vooraleer ‘Dame lnformatie’ binnen te laten moet zij aan de poortwachter haar geloofsbrieven overhandigen. De poortwachter zal ze met professionele achterdocht keuren. Blijkt betrouwbaar te zijn, dan mag de grote dame haar intrede doen in onze leefwereld, en er nieuwe “vormen invoeren” (informeren).