Kritisch bevragen

Kritiek is het middel om goed en slecht te scheiden. In onze eeuw der informatica moeten we de goede informatie weten te onderscheiden van de vervreemdende informatie. Dit gebeurt niet automatisch. Men moet er zich op toeleggen. Dat wil zeggen dat we de gegeven informatie kritisch moeten bevragen.

Onze aandacht om het gerapporteerde te begrijpen kan maar best gepaard gaan met een kritische twijfel. Elk verhaal is enigerwijs subjectief. Feiten worden persoonlijk geïnterpreteerd, al is de boodschapper zich daar niet van bewust. Informatie is niet enkel een mededeling van gegevens (Kundgabe) noch enkel het verstrekken van uitleg (Darstellung) maar is altijd ook een beïnvloeding (Auslösung)(1). Informatie indoctrineert doordat ze de gegevens altijd vanuit een bepaald perspectief bekijkt, en ons dat perspectief als vanzelfsprekend aanpraat. Door een gereserveerde twijfel aan de dag te leggen staan we open voor correcties.

Het aanvechten van informatie is zinnig wanneer we vermoeden dat ze onjuist of onvolledig is. Dan proberen we haar te verifiëren. We toetsen of ze consistent is, of ze trouw haar bron weergeeft, en of ze niet té zeer het belang van de boodschapper behartigt. In feite gaat het om het afwegen van de kwaliteit van de informatie.

Onze kritische houding ten overstaan van veel informatie heeft als voordeel dat wij niet zomaar alle leesvoer moeten slikken als koude pap. Het informeren gebeurt vaak slordig. Nieuwsberichten zijn vaak door louter actualiteitswaarde bepaald. De informaties op internet hebben een sterk verschillend gehalte. Vandaar dat een kritisch oog en oor geboden blijven.

Komen we uit op desinformatie dan mogen we die ontmaskeren. Informatie die de feiten verdraait en de gegevens vervalst, moet openlijk afgewezen worden. We zullen de informant wel steeds de ruimte geven om op de beschuldiging van valsheid te antwoorden. Een speciaal geval van desinformatie is het als wetenschappelijk onderzoek vastgestelde “negatief resultaat”. De hypothese wordt, bijvoorbeeld, geformuleerd dat er een verband bestaat tussen sociale intelligentie en rangorde van geboorte in het gezin. De uitslag van het onderzoek wordt “negatief” genoemd. Men desinformeert wanneer men zegt: “Er is geen verband”, in plaats van te zeggen: “Tot nog toe werd geen verband gevonden.” Wat niet wil zeggen dat zulk verband niet alsnog gevonden kan worden met betere onderzoeksmethoden. Ook grafische vormgevingen van statistieken kunnen de gegevens mooier voorstellen dan ze zijn.

Het positieve van de kritische kijk is gelegen in de bewustwording van onjuistheid of gemis aan kwaliteit. Dit roept de ingeslapenen wakker. Het spoort aan tot vernieuwing of herbronning. Elke crisis is een uitdaging tot verbetering. En elke terechte kritiek verwekt bij de bekritiseerde een crisis. Door het crisisgevoel geraakt, gaat de betrokkene zich bezinnen. En hij komt op nieuwe mogelijkheden.

De kritiek kan slaan op de inhoud van de informatie, maar ook op de wijze van overdragen. De wijze waarop les wordt gegeven, de wijze waarop over dingen gepraat of geschreven wordt, de wijze waarop een rapport wordt opgesteld, de kleine lettertjes van bijsluiters of contracten, het zijn zovele valkuilen voor een goede overdracht van informatie.

Daar buitenstaanders een bredere blik kunnen hebben dan de informanten, en daar ze de gegevens anders kaderen, is hun commentaar kostbaar. Hun kritiek kenbaar maken aan de informant is hem een dienst bewijzen. Het is een vorm van intieme betrokkenheid op de informant. Deze laatste voelt zich au sérieux genomen en kan zorgen voor een verbetering van de mededelingen.

Passen we een kritische reflectie toe op de informatie die in de artikelenreeks van dit tijdschrift aangeboden wordt, dan kan bijvoorbeeld geopperd worden:

– de informatie is te cerebraal en te weinig praktijkgericht,

– er staan teveel moeilijke woorden in die niet worden uitgelegd,

– de artikels zijn te zeer verschillend van kwaliteit,

– de geciteerde boeken zijn niet te vinden in bibliotheken,

– er een te sterke tendens tot zich afzetten tegen,

– er ontbreekt een overzichtelijke inhoudstafel,

– er worden teveel uiteenlopende thema’s behandeld.

Blikken we terug op informatie die sinds mei 1979 in dit Mens-mens-werkboek aangeboden werd in, tot op heden, 263 artikels, dan kan het moeilijk anders of er zijn een aantal onjuistheden en onduidelijkheden te bespeuren. Onze Vlaamse terughoudendheid belet ons om open en eerlijk kritiek te uiten. Wij hebben geen cultuur van tegenspraak. Het aanvechten van teksten is daarenboven moeilijk wanneer men niet thuis is in de materie. Een reden temeer om kritisch te bevragen waar de informatie vandaan komt, of ze ook door anderen wordt bevestigd of door anderen wordt afgewezen, en of het niet eenvoudiger kan worden uitgelegd.

Kritiek is geloofwaardiger wanneer ze hand in hand gaat met waardering. De informant die zich op een foutieve berichtgeving betrapt voelt, zal makkelijker tot verbetering gemotiveerd zijn wanneer hij ook waardering krijgt voor wat er wel juist was. Kritiek op onze informatie mag gepaard gaan aan waardering.

(1) Karl BUEHLER, Die geistliche Entwicklung des Kindes. De klassiek geworden drie niveau’s van de taal lijken ons eveneens van toepassing op de informatie in het algemeen.

Geef een antwoord