Beter dan duizend verzen
uit zinloze woorden samengeflanst
is één vers dat zinvol is,
dat rust geeft aan wie het verneemt.
(Dhammapada, vers 101)
Het nieuwe millennium zal een eeuw zijn van steeds toenemende informatie en communicatie. Uiteraard zal deze netwerkinfo zich vooral concentreren in de rijkere landen en bevolkingsgroepen, en zullen de armere landen en bevolkingsgroepen van deze media verstoken blijven. Er zullen niet alleen infosnelwegen zijn maar ook infometropolen en infoplatteland. Over nuttige informatie beschikken is zoveel als over geld beschikken; het biedt toegang tot vele mogelijkheden, en biedt dus macht.
Wat met diegenen die niet over de voor hen nuttige informatie beschikken, en ze ook niet kunnen verkrijgen? In axentermen uitgedrukt “lossen” ze de informatie. Zoals bij renners de achterblijver die aansluiting met de ploeg verliest, en moet “lossen”, zo zullen er heel wat mensen zijn die de infostroom zullen moeten lossen. Zij krijgen, ondanks genoten onderwijs, onvoldoende beschikking over zinnige informatie, of zij worden overspoeld door een zondvloed van onnuttige en oppervlakkige mediaverzinsels. Er is dus, binnen de relatiewijze (ax) van het lossen een schaal aan te brengen tussen:
(a) een tekort aan informatie waardoor men onwetend blijft, en waarbij de neiging ontstaat om er om te vragen (van de ax “Iossen” naar de ax “vragen en aannemen”,
(b) een teveel aan informatie waardoor men overspoeld wordt en onwetend blijft, en waarbij de neiging ontstaat om de informatie af te wijzen (ax van “weerstaan”).
Daarnaast is er een tweede schaal van zes trappen, met op de bovenste trap een creatief en spiritueel omgaan met onwetendheid, en met op de onderste trap een totale blackout. Laat ons die trap beginnen opklimmen van onderaf aan.
1. Informatie lossen kan verwijzen naar een toestand van compleet onbegrip, waarbij men geen enkele vat kan krijgen op wat men als informatie te horen krijgt. Dit kan te wijten zijn aan een tekort aan begripsvermogen (wie begrijpt de relativiteitstheorie), of aan de desinformatie die de informant bezorgt. Wie hallucinatoire stemmen hoort met vreemde, verontrustende boodschappen, die kan niets met dat teveel aan informatie. En de moe gestudeerde examinandus die een totale blackout krijgt heeft een groot tekort aan parate informatie.
2. Misverstand is een veel voorkomend euvel, waarbij men meent goed geïnformeerd te zijn, terwijl dit geenszins het geval is. De oorzaak van het misverstand kan het zware hoofd zijn dat overspoeld wordt door informatie waarbij men het koren niet van het kaf kan onderscheiden. De oorzaak kan ook een informatietekort zijn, waardoor de belangstellende onvoldoende geïnformeerd is. Misverstanden ontstaan vaak waar de vernomen boodschap uit zijn context gelicht wordt en vanuit de ons eigen context verkeerdelijk geïnterpreteerd wordt.
3. De derde trap is er een van onhandigheid in het omgaan met informatie, zodat de juiste informatie ons door de vingers ontglipt. Men zit op de collegebank of bij een vergadering weg te dromen. De informatie komt wel binnen, het ene oor in, maar gaat het andere uit. Men absorbeert passief. Of de student onthoudt de te blokken informatie tot vlak na het examen, zonder de materie echt te assimileren. Onwetendheid kan te wijten zijn aan een tekort waar men zelf verantwoordelijk voor is. Of de juiste informatie ontglipt ons uit desinteresse, of omdat wij uit een overvloed aan informatie niet datgene uitfilteren waar wij echt iets mee kunnen. Zappen op internet kan toevallig zinvolle informatie opleveren (zo kan je er een samenvatting lezen van “de stad van axen”), maar het is vaak ook een wegdromend tijdverdrijf.
4. Positiever wordt het wanneer men niet meteen de informatie begrijpt, maar ze voldoende in zich kan opnemen om ze te laten bezinken, zodat ze na verloop van tijd wel goed begrepen wordt. Dit is vaak zo wanneer de informatie ons confronteert met onszelf. Er komt wat teveel ineens op ons af. We krijgen teveel te verwerken. Of de verkregen informatie is te verward, zodat we eerst nog om verdere toelichting moeten vragen. In beide gevallen hebben wij niet meteen de klare informatie vast, en moeten we de greep er op lossen, althans tijdelijk.
5. In tegenstelling tot de vorige trap waarbij de toehoorder “reageert”, is de vijfde trap te kenmerken als proactief: de toehoorder neemt het voortouw en geeft zelf aan wanneer hij de gegeven informatie niet kan begrijpen. Zijn zelfexpressie is duidelijk: “Ik kan niet meer mee. Het laatste heb ik niet begrepen. Ik ben de draad kwijt van uw verhaal. Ik duizel van de veelheid van gegevens. Het gaat er bij mij niet meer in.” De toehoorder is weetgierig, en geeft duidelijk aan dat hij een tekort aan informatie ervaart. En uit een te grote hoeveelheid informatie probeert hij datgene uit te selecteren wat een goed begrip mogelijk maakt. Hij is selectief doof voor de niet ter zake doende informatie.
6. Informatie lossen kan ook een geestelijke of spirituele betekenis hebben. Men kan niet alles weten, en wat wij weten is vaak slechts een fragmentarisch en onvolledig weten. Dat toegeven is een wijze daad. Het is een alom bekend gezegde dat diegene wijs is die weet dat hij niet weet. Dit spirituele niet-weten (1) is in de hoogste mate proactief: het zet de mens aan om binnen de veelheid aan informatie ijverig te zoeken naar die éne zin, dat éne vers, die éne informatie die door haar kernachtigheid en zinvolheid de geest vervult. Het is een niet-weten dat zeer attent openstaat voor wat er te weten valt over de belangrijke levensvragen.
(1) De wolk van niet-weten, anoniem mystiek geschrift uit Engeland, van ca.1380, Uitg.Gottmer, 1974.